Hoi! Erg leuk dat je bent aangekomen op mijn site op het wereldwijde web. Je kijkt nu naar mijn bouwwerken!
Of laat mij iets zien van:

Image

2024 – Casita propia

Dit is het huisje dat ik aan het bouwen ben. Het is ontstaan nadat ik een lange tijd met een sterke compulsie heb rondgelopen om mijn eigen kleine huisje te bouwen, een afgesloten ruimte dat van alles zou kunnen zijn. Uiteindelijk ben ik gaan bouwen, in mijn tuin in Rotterdam.

Het huisje is 2,5x2,5x3m en is zoveel mogelijk gemaakt van ecologisch of gerecyclede materialen. Het is volledig geïsoleerd, grotendeels van hennepwol.

Image

2022 – De Kauw

Om Breda beter op de kaart te zetten vroeg de city marketing aan ontwerpers om iets te maken met BEAMS (Precious Plastics): stevige staven van gerecycled plastic, om makkelijk mee te bouwen. Samen met mijn twee beste vrienden creëerden wij de Kauw.

De Kauw maakt korte gedichten samen met voorbijgangers, geïnspireerd op gedichten van schrijvers Saskia van Kampenen en Martinus Nijhof, mogelijk gemaakt door een ingebouwd algoritme dat runde op een Raspberry Pi.

Januari

09/01/2025

Weet je wat we gaan doen als we gegeten hebben? Klonk de stem uit de gammele telefoon. Nee, wat dan? Vroeg ik terug, vanaf de andere kant van de rivier, die zo’n twee honderd meter breed was, als niet meer. Van deze kant kon ik haar net zien staan, en zwaaiden we af en toe naar elkaar, wanneer er eventjes niets meer te zeggen was. We waren een tijd lang intiem met elkaar geweest, totdat zij besloot om te verhuizen naar de andere kant, waarna we elkaar nooit meer hadden gezien. Er was geen brug om ons te verbinden, en zij had het enige bootje dat in de hele verre regio beschikbaar was. Ze weigerde om terug te keren, zo was ze, eigenwijs als de pest. Vandaar dat we slechts en alleen nog maar telefooncontact hadden. Elke dag, op hetzelfde tijdstip, 10 uur in de morgen. Dan kwamen we hier staan, allebei op dezelfde plek, en zwaaiden we naar elkaar, alvorens te bellen. We belden een half uur lang, elke dag, geen minuut langer. We bespraken onze dromen, ons ontbijt en de plannen van de dag. Op een dag vertelde ik haar dat ik van haar hield. Het bleef stil aan de andere kant van de lijn. Mijn hart bonkte in mijn borst en in mijn keel alsof het de motor van een stoomtrein was en vroeg haar of ze vandaag naar mij zou toe willen komen. Het was inmiddels een aantal maanden sinds ze was verhuisd. Ik miste haar als de pest. Nog bleef het stil aan de andere kant van de lijn. Ik stelde me haar bleke gezicht voor, haar donkere haren en haar diepblauwe ogen, haar gesloten mond terwijl ze de telefoon aan haar oor zou houden. Ik hoorde haar ademhaling. Een moment zeiden we niets. Plots hoorde ik haar kuchen. ‘Daar moet ik even over na denken’, zei ze toen. Ik vertelde haar met een rillende stem dat dat oké was. Toen hing ze op. Dagen gingen voorbij, waar we elkaar niet belden. Ik kwam niet op dezelfde plek, en wist dat zij hetzelfde zou doen. Tot ik op een ochtend wakker werd en voelde dat het zo ver was. Ik was vroeg wakker, en met een bonkend hart wachtte ik totdat de klok kwart voor tien sloeg. Toen liep ik naar de rivier. Op het moment dat ik aankwam, een minuut voor tien, zag ik haar al staan. Mijn telefoon rinkelde. Het was stil. Hallo, zei ik, met dezelfde trilling in mijn stem. Ze zei niets. Ik wachtte vol spanning af. ‘Ik kom eraan’, zei ze toen, en niets meer, en hing op.


The Bench

08/2024

As I hop out my window of the living room located on the base floor and take place on my self-made bench placed in the facade garden with my breakfast porridge, I am greeted with smiles. The bench is made of three slabs of recycled Azobé tropical hardwood glued together to form the top, attached to two legs made from rectangular steel tubes, 40x40mm, welded together to form two rectangles of 40x40cm, with a dark green matte finish. The late summer sun allows me to sit barefooted, adding to the feeling of looseness. I placed the bench here as the idea of extending the comfort and intimacy of the living room to the street, which allows me to more easily make connections to people passing by. Sometimes they take place, some wonder who would’ve placed such an object here. Some people start a conversation, and others keep their heads low. I notice that no-one is the same, that everyone has a story to tell. I take notice of it here, as I try to decipher the languages spoken, the cultural heritages, I notice it while jamming with the Slovakian neighbour, who we call the Musicman, in his dusty and dark apartment a couple of houses away. I notice it at Mis, the Turkish bakery, where Deniz greets me so warmly and calls me boy, or the Turkish man outside sharing me his lentil soup. I notice it while talking to Maddah, the Moroccan barber, who teaches me some words in Arabic. Or Alfred, from Ghana, on his bike, slowly cycling up the bridge as he rambles wisdom to me about the Netherlands and slavery, calling himself African man and laughing loudly at himself.

Their backgrounds fascinate me, their stories, openness, the connections possible. I listen, ask the questions, and feel the desire to share their stories, allowing the flowing of currents. To follow the advise African Man has given me, short of breath on our commute, share with others what you know.

As I sit outside on my bench, I wonder. About the city changing, buildings arising. Beaches being constructed, money closing in on us. Rotterdam Zuid, a multi-cultural epicentre, once seemed immune to it all. Sitting on the bench, colourful clothing and strange music playing. The bench, a vehicle for connection, a point of collision of making and storytelling. Sitting on it, I feel a part of this society, I feel welcomed. Open to the stories and worlds previously unknown, I dive deep.

In de supermarkt of de bakkerij

09/01/2024

Goedemiddag, zegt de jongeman, is dit een supermarkt of een bakkerij? Kijk, zegt de winkelmedewerker, dit zijn van die verhalen waar veel uitleg bij nodig is, die zich plaatsvinden op Katendrecht, wanneer de oorlog net begonnen is, maar er nog geen aankondiging van is geweest, dus iedereen netjes doorgaat met waar hij of zij normaal gesproken mee bezig is. Dat zijn dit soort verhalen, en dit soort dagen. Want ik geloof dat deze jongeman ook zulk soort vragen heeft wanneer hij thuis op de bank zit. Ik durf te wedden dat hij een grote bank heeft, een paarse grote bank, zo eentje van tv. Wat denk jij? Dit alles speelde zich af in het hoofd van de jongen terwijl hij bij de toonbank stond. En net op het moment dat hij zijn vinger zou opsteken om een brood aan te wijzen, begon de winkelmedewerker met praten. Ze vertelde hem over hun vakantie, over hun stages in het buitenland, Japan, over de chili van gisteravond en vanmorgen, en de koffie die ze gedronken hadden. De jongen keek haar slapend aan en vroeg zich af wat er van de werkelijkheid nog overbleef, nadat hij zijn mondje een poos open had laten staan. Een zenuwtrek die bij hem was sinds zijn geboorte. De artsen en doktoren hadden er alles aan gedaan, zelfs zijn mond een tijdje dichtgehouden met een lijmklem, tevergeefs. De jongen sloot zijn mond vrijwillig en begon niet met praten, zelfs toen de winkelmedewerker was gestopt met haar verhaal. Ze was niet zo lang, maar stond op een verhoginkje, vandaag dat ze wat boven hem uit kon kijken. De jongen wees naar het vierde brood op de tweede etage. Recent was de etalage gerenoveerd, en de muur opnieuw blauw geschilderd, een donkerdere tint deze keer, vast en zeker om de winter in te leiden. Wat gaan jullie doen met kerstmis? Vroeg een vrouw achter de jongen. Ah, kerstmis, dacht de jongen, dan moet het vast december zijn. Het was telkens alsof hij wakker werd uit een droom, waar de dikke lagen realiteit als natte sneeuw op zijn voorruit vielen. Hij kocht het brood en stapte naar buiten om er een stuk van de eten. Het was ongesneden, en beslist niet het lekkerste, maar het was wel nog warm. Buiten regende het, en zijn jas bood hem onvoldoende bescherming tegen het vallende water, wat hij niet zo erg vond, de kou van de harde wind hielp hem om in de werkelijkheid terug te komen. Hij stapte naar de haven toe en hield een waterboot aan om een eindje te varen, en zo dichter bij zijn thuis te komen, dat aan de andere kant van de stad lag. De schipper sprak Frans. Actualment, bleef hij herhalen. De jongen noteerde het in zijn blauwe dagboek. Al wist hij niet goed hoe hij het spelde. De schipper had een grijze baard. Verder werd er geen woord gewisseld. Niet met de schippers, niet met de andere passagiers. Vreemd, dacht de jongen, het zou toch het tijd van de conversatie moeten zijn. Actualment, herhaalde de schipper. Ze naderden de kade. Hier zou hij uit kunnen stappen, al zal het dan een eind wandelen zijn. Hij voelde een immense spanning in zijn binnenste opkomen bij het idee van de wandeling door de eindeloze tocht. Een van de passagiers was journalist. En stapte plotseling op, en exclameerde toen tegen de jongen, ‘ik ben journalist’. De jongen had hem vragend en enigszins achterdochtig aangekeken. Dat was het einde van hun interactie. De journalist was weer gaan zitten. Hij had een gele regenjas aan. En een hoed op. En een bril. ‘Merci pour votre attention’, klonk het plots, en de schipper zette hen af bij de dichtstbijzijnde pier. Daar stonden ze dan. Zes reizigers, allen uit hetzelfde bloed gesneden. On prendre le train, zei de journalist, schijnbaar in de ban geraakt van het Frans van de schipper.

Introductie

01/2024

Net als met drugs, gaat het er bij het maken van 'kunst' om met welke intentie je het probeert te benaderen. Dit is het verschil tussen pretentie en verslaving; de een houding, de ander en een oprechte relatie.

Net zoals met alles in het leven gaat het om luisteren. Het draait niet om kunnen, talent of skill, als je het kunnen, talent of skill van luisteren buiten bescouwing laat. Ongeacht van je discipline, medium of vorm gaat het om luisteren. Stel jezelf de vraag voor je begint met je oefenschema, nieuwe essay of optreden: sta ik in contact? Pas als we in contact staan, kunnen we luisteren. Echt luisteren. Hoe vaker je dit oefent, hoe makkelijker het zal gaan. Je leert om de interferentie vanuit je hoofd te stoppen om ruimte te maken voor je onderbewustzijn. Meditatie is ook zeer behulpzaam in deze oefening.

Wat ik aan Filip wilde vragen

19/04/2024

Dit hier is een stukje geschreven werk van mij. Nu klinkt het alsof deze zin er later aan vast is geplakt maar dat is niet zo, op dit moment staat er nog niets op papier behalve de zin. En deze die ik nu aan het schrijven ben.

Ik vind het vaak fascinerend om met jou over bepaalde fascinaties te praten, waar er heel erg wordt ingezoomd op bepaalde details, en vervolgens weer uit, om een meta-reflectie te maken over hetgeen waar we over spreken. Nu was er laatst een fenomeen waar wij het over hadden, in Kino, aan het wachten op de dubbel patty smash burgers, inclusief dubbele portie friet. De arc. De arc die ik zie als essentieel in het vertellen van een verhaal. Naar jouw idee, en wat je met mij deelde, was een bepaalde strategie die je weet toe te passen in het maken van een punt in een conversatie, en ik geloof dat de strategie breder wordt ingezet, zo ook in video’s die je maakt of stukken die je schrijft.

De arc. Die ik zie, als begin, midden, eind, met spanning, en resolutie. Deze elementen maken iets boeiend. Zonder deze elementen zijn we slechts aan het observeren. Of niet? Een foto kan een verhaal vertellen. Maar een foto bezit deze elementen niet. Geloof ik. Hoewel een foto wel spanning kan bevatten. Misschien maakt dat het verhaal. In muziek is het soortgelijke aanwezig, doch toch zo anders, omdat elk medium zijn eigen wijzen zal betreden. In muziek is men in staat met spanning en resolutie te spelen, in de harmonieën, akkoorden, tensie tussen noten, maar ook de overgangen tussen stukken. Deze vertellen een verhaal, en ook is er vaak te spreken van een begin, een midden en een eind.

Interessant vind ik het wanneer ik probeer te bedenken wat we overhouden wanneer we de arc weglaten. Makkelijker is dat om me voor te stellen in de media waar ik mij enigszins in thuis voel. Zoals muziek; een solo die nergens heen gaat, gepingel. Of drone? Ambient, deze muziek verteld voor mij een gevoel. Een sfeer. Iets dat diep in mijn buik zit opgeborgen, weet een bepaalde klank naar buiten te brengen. En dit heeft mij altijd het meest geboeid, geloof ik, wanneer ik zelf muziek maak, maar ook wanneer ik schrijf, of een beeld maak. Het feit dat een gevoel vanuit mijn diepste grotten kan ontsnappen en in het object vast kan komen te zitten. Dit is, mogelijk ook, de reden dat de muziek die ik momenteel maak nergens naartoe gaat, slechts een combinatie gitaarakkoord - reverb - kickdrum - snare - heel veel kramer 70s tape – en het dan laat zijn voor wat het is - of hoe Roelof mijn geschreven werk beschrijft als beeldende kunst. Er is geen arc, het zijn slechts observaties, sterke observaties, kopiëen van mijn binnenwereld in het oppervlakte geschetst.

En toch, toch, kijk ik met nieuwsgierigheid, met een vorm van jaloezie, naar hen die kunnen schrijven, die personages weten te verzinnen, en ze laten bewegen, bewegend naar conflict, en naar een midden toe, de rising action, climax, en je kippenvel krijgt op het moment dat alles samenvalt. Tuurlijk ben ik in staat geweest werk te maken dat op deze wijze een verhaal heeft weten te vertellen, maar toch, voel ik mij niet in staat om deze strategie toe te passen. Het lijkt niet natuurlijk te komen. En dan vraag ik me af, hoe is dat bij anderen? Krijgt een schrijver, wanneer hij in de trein zit, de briljante ingeving van het personage dat X leert kennen dat zijn leven verandert? Ziet hij het allemaal voor zich? Hoort de componist hoe sectie A naar sectie B beweegt en toch uiteindelijk plat valt in climax C? De rol van de solo op 2:44? Hoe begint Luca Guadagnino zijn verhalen? Christopher Nolan?

Ik ben erg benieuwd of jij hier ideeën over hebt. En of de arc misschien iets is dat we onszelf aan kunnen leren. Of gevoel voor krijgen. Het lijkt me de grootste voldoening om een verhaal te kunnen schrijven dat iets met mensen doet. Dat voorbij een enkel sfeerbeeld gaat.

Maddah

02/2024

Vandaag ben ik naar de kapper gelopen. Maddah, een Marokkaanse, wat oudere man, in onze straat. Ik ben er zo’n zeven keer eerder langs gelopen waar we oogcontact maakten. Iets in de blik trok mij naar hem toe, hier moest ik een keer binnen stappen. Nu was het moment daar. Bij binnenkomst werd ik vriendelijk begroet. Kunt u mij knippen? Natuurlijk jongen, daarvoor ben ik hier. En ik wist dat mijn intuïtie me goed had gewezen. Ik kwam open, en bood hem een felle, wijde glimlach. Of ik koffie wilde, natuurlijk, zwart. Zwart? Zwart. Komt eraan. Wat gerommel achter en het bekende geluid van een Nespresso apparaat. Heb je haast? Nee, nee. Goed. Hij nam zijn tijd en maakte nog wat af op zijn telefoon. Ik durfde te ontspannen en schreef wat aantekeningen op. Daar gingen we. Hoe kort ik het wilde. Bij de kapper weet ik nooit wat te zeggen, weet ik veel hoe ik mijn haar wil. Het zal wel goed zijn zo. Bakkebaarden? Ja, ja. Vrij vandaag? Altijd vrij. Altijd vrij! Schreeuwde hij uit. Ik was benieuwd naar deze man. Waar hij vandaan komt. Marokko. Waar? De oude hoofdstad. Toen Marokko nog over Spanje regeerde. Aha. Spanje. De associatie met de fiets. Ik vertelde hem dat ik schrijver wilde worden. Ik observeerde hoe hij reageerde op mijn droom – hoe hij met me meedacht, hoe hij zijn advies gaf. Hoe anders dit was geweest als ik had gezegd dat ik al schrijver was, dat ik wilde groeien. Ik vertelde hem over mijn droom dat ik naar Marokko wilde fietsen. Dit deed hem stralen. Hij deelde me verhalen van eerdere fietsers en gebiedde me een YouTube kanaal te maken. Je gaat beroemd worden, sahbe. Later kwam zijn vriend of collega binnen. Die begon de vloer te vegen. Ik probeerde een connectie te leggen maar werd geremd door mijn gedachten. Hij begon. Altijd werken, altijd. Geld verdienen, ja toch. Nee, geen geld verdienen. Werk niet voor geld. Later ging hij op de bank zitten. Maddah nam de telefoon op en sprak in een rap Marokkaans dat mij deed bloeien. Ik herkende wat woorden en herhaalde die. De mannen gingen aan. Vol enthousiasme deelden ze. Sahbe. Hamdulillah. Salaam! Ik herhaalde hun gebaren. Maddah deelde mijn fietsdroom met de man. Zoals die England die naar Ivoorkust ging! In 4 dagen! 4 maanden. Tot mijn verbazing, exact dezelfde verhalen te vertellen van de Engelsman die van Marokko naar de Ivoorkust reed. Ik kreeg energie van hun passie en openheid. Toen kwam meneer nummer 3 binnen. Zelfde leeftijd, zelfde stoppelbaardje. Nu had ik geleerd. Ik begroette hem snel. Salaam, salaam. Hij gloeide op. Salaam! Ze lachden met zijn drieën en spraken Marokkaans met elkaar. Enkele woorden worden heen en weer gegooid en ik mag er onderdeel van zijn. Dan wordt de fietsdroom gedeeld. Sahbe, ken je die man, uit Engeland, ja, ja, ja, roept de rest, hij weet al lang! Je gaat met de Marokkaanse vlag op je rug! Je wordt beroemd! Je maakt een YouTube kanaal! Ga vandaag beginnen Sahbe! Over 10 jaar heb jij 10 miljoen broeder! Nummer vier komt binnen. Dit is niks nieuws meer. Salam Aleikum! Gloeit. De rest doet mee. Salam! Salam! Deze man gaat fietsen naar Marokko! Hij wordt beroemd! Ze staan op, lachen, een enkeling geeft me een schouderklopje. Dan vraagt de laatste man om de aandacht. Hij kijkt naar mij, er is een man van Marokko naar de Ivoorkust gefietst! 4 maanden! Dit soort gebeurtenissen treden zich vaker op. En ik wil er over schrijven. Ik wilde herinneringen levend houden, ik wil ze delen, ik wil de wereld laten zien wat er mogelijk is. Dat we in verbinding kunnen leven, met wie dan ook, waar je ook bent.


Chris

25/12/2023

Op een kerstmiddag maak ik een ronde door Rotterdam Noord, langs de hofbogen. Ik heb net bij Man met Bril (koffie) aangeklopt om te verkondigen dat ik op zoek ben naar werk, en heb het gebruikelijke postkaartje met e-mailadres gekregen. Bij de vraag of ik ervaring had moest ik even drie keer graven voor ik herinnerde waar ik allemaal gewerkt heb.

Tijdens de ronde geef ik mijn intuïtie vrije baan en laat het varen. Met een blokje sticky notes en mijn Pentel 0.9mm sta ik paraat om alles dat mij een teken geeft te annoteren, als bewijs voor later. Ik heb mijn gereedschap nog niet opgeborgen of ik loop weer langs het atelier dat voor mijn bezoek mijn aandacht trok, op een moment dat ik nog niet open stond voor verwondering.

Ik ga voor de deur staan en zie een man met zijn gitaar. We maken oogcontact en hij zet vlug zijn gitaar op zij om de deur open te maken. Chris is zijn naam, en hij biedt me een warme handdruk. Dit zijn handen van een maker, voel ik.

Gezeten begint Chris weer gitaar te spelen. Het gesprek begint zonder aankondiging te lopen alsof we elkaar al jaren kennen. Soms is daar de ruimte voor, en die ruimte maakt plaats voor diepte. Als ik iets kan bedenken van te voren maak ik het niet, zegt Chris, met een beeldje of tekening creëert er voor mij orde in de absurditeit, met voorbeelden als oorlog. De intuïtie is de volledige orde. Ik benoem het essay van Maxim Februari dat Kika me eerder die dag toegestuurd heeft, waarin hij opkomt voor de intuïtie in een maatschappij geschapen door ratio. Het lijkt naadloos aan te sluiten, zowel op het essay als op mijn persoonlijke zoektocht.

Is het geluk? Om niet in het systeem te hoeven? Chris vindt van wel. Opgegroeid in Ethiopië maakte zijn eerste ervaringen met het Nederlandse stoeptegelmodel een hel, hier wist iedereen alles beter. Hij heeft jarenlang gevochten tegen autoriteit, is van school geknikkerd en gaan werken in de psychiatrie op zijn 16e, maakte op zijn 25e het VWO af om zelf psychiater te worden. Op de universiteit stuitte hij op dezelfde autoritaire smaak, het deed hem weer denken aan het internaat, en besloot op aanraden van zijn vriend om naar de kunstacademie te gaan waar hij zijn draai vond. Tot zijn stage. Na vier jaar werken in de gevangenis is hij op brute wijze, letterlijk op straat gegooid, wegens het ‘ondermijnen van autoriteit’. In Limburg, waar hij woonde als kunstenaar, is hem de mond gesnoerd, hebben de buren collectief handtekeningen verzameld tegen hem: de beelden in zijn tuin voelden als Voodoo en interfereerde met wat er te zien was op de televisie.

Terug in Rotterdam vocht hij tegen het trauma van de oorlog, wat hem diep zat, als zoon van een Rotterdamse en een Duitser. Dit was ’87, en in Rdam was geen pret te bekennen, drugs en armoe regeerden. Toch waren de straten van Rotterdam waar Chris zijn draai vond en kreeg elke ervaring de mogelijkheid om te kristalliseren. Hij wilde geen kunst voor de rijken maken, zoals de academie hem opdroeg. Grijze straten toverde hij om tot landingsbaan voor Aliens, mochten die ooit komen. Hij bouwde nieuwe plantenbakken, schilderde muren, hij voelde zich de Medicijnman van de buurt. Hij blies leven in de Nederlandse stoeptegel.

Zijn advies aan mij als jonge maker? Geloof niet in waanzin zoals een bucketlist. Luister naar je intuïtie. Maak je iets dat verkoopt, houd daar dan niet aan vast, dan loopt je intuïtie de kans om te vertroebelen. Laat de kracht vrij zijn, en houd ‘m in stand door te werken naast je werk, wat dat ook mag zijn.